Is jouw paard de eerste die compleet uit zijn plaat gaat wanneer hij in de wei of paddock gezet wordt? Is hij erg heet tijdens het rijden? Moet je hem altijd eerst longeren voordat je veilig kan opstappen? Lees dan snel verder! Het kan namelijk goed zijn dat dit gedrag een uiting is van ‘post inhibitory rebound behaviour’ en het goede nieuws: hier kun je als eigenaar echt iets aan doen!
Paarden hebben van nature een aantal essentiële basisbehoeften die bijna allemaal gepaard gaan met vrij kunnen bewegen en beschikbaarheid van genoeg ruimte. Denk aan het zoeken naar eten en drinken, al grazend hapjes afwisselen met stapjes, uitgebreid socialiseren en spelen met andere paarden, weg kunnen bewegen van enge dingen, territorium inspecteren, maar ook voor een simpele lichaamsverzorgende taken als uitgebreid rollen heeft een volwassen paard al snel 6 meter nodig. Paarden in het wild zijn dan ook het merendeel van de nacht en dag in beweging.
Wanneer paarden deze basisbehoeften niet voldoende kunnen uitvoeren kroppen ze deze behoefte op. Dit leidt vervolgens tot overmatig en soms explosief inhaalgedrag. Ondanks dat het wetenschappelijk gezien nog niet 100% duidelijk is of beweging op zichzelf ook een basisbehoefte is voor het paard of dat het meer gezien moet worden als een belangrijk onderdeel van de essentiële basisgedragingen, zien we wel beweging gerelateerd 'inhaalgedrag'. Dat merk je bijvoorbeeld tijdens je training of wanneer deze paarden buiten gezet worden na een nacht op stal: alle voeten gaan van de vloer.
Dit inhaalgedrag na een periode van onthouding staat bekend als 'post inhibitory rebound behaviour'. Een extreem voorbeeld hiervan zijn paarden die (vanwege een blessure) een lange tijd op boxrust staan en daardoor steeds drukker en soms zelfs bijna onhandelbaar worden.
Wellicht herken je dit rebound gedrag ook wel van jezelf wanneer je lange tijd niet hebt gegeten. Naarmate de tijd zonder eten langer duurt krijg je steeds meer trek. Zodra je weer toegang tot eten hebt is het risico dat je ongezonde keuzes maakt en teveel eet na zo'n periode van afzien een stuk groter.
Dit rebound gedrag komt eigenlijk alleen voor wanneer essentiële basisgedragingen geremd worden. De noodzaak om deze basisbehoeften uit te voeren neemt als je het niet kan doen namelijk alleen maar toe. Dit is anders dan bij minder noodzakelijke gedragingen zoals tv kijken.
Rebound gedrag bij een paard moet dus altijd serieus genomen worden omdat het iets zegt over de leefomstandigheden van het paard en zijn mate van welzijn.
Paarden die bijvoorbeeld rebound gedrag vertonen in de wei of paddock hebben een grotere kans op verwondingen door hun explosieve gedartel en kunnen lastig zijn tijdens de training en vervolgens als “probleem paard” worden bestempeld
Een studie naar dit rebound effect toonde aan dat meer tijd buiten de box zorgde voor minder ongewenst gedrag tijdens de training. Dit kon door een dagelijkse portie aan extra beweging boven op het normale trainings-/buitenzet-regiem. Denk hierbij aan een extra sessie in de stapmolen, rijden of extra tijd op de wei en/of paddock. De paarden vertoonden significant
minder ongewenst gedrag tijdens de training, waren
rustiger en trainers hoefden structureel
minder correcties te geven. Ook in vrije beweging vertoonden deze paarden minder explosief gedrag en ze rolden minder wanneer ze net buiten waren gezet.
Een andere belangrijke basisbehoefte van je paard is sociaal contact. Hierbij is alleen elkaar kunnen zien of neuzen over een boxwand niet voldoende. Het gaat bij sociaal contact om fysiek contact met elkaar op een plek die ruimte biedt aan vrije beweging. Zo kan je paard echt zijn volledige sociale gedragsrepertoire uitvoeren.
Een studie naar het gedrag van hengsten na een tijd van sociale isolatie toonde een toename aan in spelgedrag en het onderlinge ‘krabben en poetsen’, maar ook meer fysieke agressie vergeleken met hengsten die met andere hengsten gehouden werden. Interessant genoeg vertoonden de hengsten die in een vaste groep leefden ook meer subtiel dreigende en onderdanige signalen, maar kwamen er minder fysieke gevechten voor. Zij waren dus sociaal gezien een stuk handiger.
Onze paarden staan 24/7 in een vaste groep buiten met inloopstal waarbij ze elke avond enkele uurtjes op de wei mogen doorbrengen. Als in de winter de paddock erg nat is lopen onze paarden minder door de paddock. Ze blijven hangen in de schuilstal of bij de hooibakken maar lopen echt niet meer dan strikt noodzakelijk door het natte zand. Wanneer we op deze dagen de wei (waarvan de bodem zo goed als droog is) open gooien gaan ze vaak als groep enorm tekeer.
Het begint met hoge bokkensprongen gevolgd door achter elkaar aanrennen waarna je ze een voor een ziet neerploffen om eindelijk uitgebreid te kunnen rollen op droge grond. Het is altijd bijzonder om te zien dat dit ritueel eigenlijk alleen plaatsvindt op dagen dat de paddock echt nat is. Op de andere dagen gaan ze een stuk rustiger de wei op.
Veel mensen die de paarden zo zien ronddartelen associëren dit moment met vrolijkheid en plezier en genieten met volle teugen van het schouwspel. Wij kijken dan echter bedenkelijk naar de paddock en vragen ons af of we komend jaar misschien moeten investeren in meer paddockroosters, stelcon platen, een stukje beton of toch die tweede inloopstal voor meer vierkante meters binnen.
Het is belangrijk om regelmatig objectief naar je paard te kijken. Haal het los van je eigen emoties. Voor ons ziet een rondrennend paard er misschien 'blij' uit, maar wat betekent dit voor je paard? Zo werk je echt aan het verbeteren van paardenwelzijn.